
Wij hebben een systeem ontwikkeld dat stroom bespaart door lantaarnpalen pas in te schakelen zodra een weggebruiker de palen passeert.
Het probleem dat wij geconstateerd hebben is dat er onnodig veel stroom wordt gebruikt aan lantaarnpalen. Elke nachten staan duizenden lantaarnpalen aan terwijl er geen constante stroom van automobilisten de lampen passeren. Met ons systeem hopen wij dit stroomgebruik terug te dringen. Dit willen wij doen door de lantaarnpalen pas in te schakelen zodra er een weggebruiker de palen passeert. Om onnodig stroomgebruik tegen te gaan hebben wij een systeem ontwikkeld. Dit systeem detecteert auto’s en schakelt na deze constatering de lantaarnpalen in. De lantaarnpalen gaan weer uit nadat de auto het segment en dus de lantaarnpalen gepasseerd is en de sensor getriggerd heeft. Door deze werkwijze toe te passen zijn we het minst vatbaar voor diverse problemen. Zo gaan de lantaarnpalen pas uit zodra de teller op nul staat. Als er een auto met pech langs de kant van de weg staat zal de teller niet op 0 raken en zullen de lichten niet gedempt worden.
Elk segment heeft een lengte van 2 kilometer. Tussen de segmenten liggen onze sensoren. Die sturen de volgende twee segmenten aan. Deze keuze is gemaakt zodat een eventuele kapotte sensor opgevangen kan worden door de andere sensoren. Tevens worden storingen herkent en gemeld in de bijgeleverde interface. Zo kan er direct oplossingsgericht gehandeld worden, zodat de verkeersveiligheid niet in het geding zal komen.